Over ‘De heilige Rita’ van Tommy Wieringa
Joe Speedboot was het ultieme jongensboek en is niet voor niets een hit op leeslijsten van middelbare scholieren. En ook meisjes kunnen het boek wel waarderen, omdat het toch om leeftijdsgenoten gaat en er een hoop opwindende dingen in gebeuren.
Tommy Wieringa’s laatste boek De heilige Rita zou je opnieuw een jongensboek kunnen noemen, zij het dan voor oudere mannen. De jongens gaan op avontuur en de meisjes hebben een dubieuze reputatie, hoewel zich aan het eind van het boek een serieuze partner voor hoofdpersoon Paul Krüzen aandient, maar dan gaat het eigenlijk al niet meer goed met hem.
Na boeken die zich in Engeland en Egypte afspeelden (Caesarion) en in de voormalige Sovjet-Unie (Dit zijn de namen), heeft de handeling weer plaats in de provincie in opnieuw een fictief plaatsje, net als in Dit zijn de namen een grensstadje. Dat laatste levert immers interessante romanstof op vanwege de tegenstellingen die voor het oprapen liggen.
Mariënveen is anders dan het Lomark uit Joe Speedboot behoorlijk internationaal georiënteerd, met import uit Polen, Rusland en China. Maar ook hier schudden de buitenstaanders de plaatselijke cultuur flink op. Dit proces was wel al een tijd aan de gang. Was de Rus die met zijn vliegtuig in de akker van Pauls vader crashte nog een vergissing – het gegeven van een vliegtuig is trouwens een aardige verwijzing naar Joe Speedboot – , later arriveren de Chinezen in het kielzog van een Chinese huwelijkspartner en na de val van het IJzeren Gordijn de Oost-Europeanen. Opnieuw is het een Rus, een crimineel ditmaal en geen held, die voor opwinding zorgt, als compagnon van een plaatselijke crimineel.
De autochtone bevolking moet met al die veranderingen zien om te gaan. En dat valt niet mee. Hoewel de Chinezen met hun babi pangang en animeermeisjes (waaronder Rita) voor de noodzakelijke verdoving zorgen, blijven ze altijd op afstand; ze verdwijnen later geruisloos uit het dorp. Zelfs de snackbareigenaar kent uiteindelijk zijn eigen vrouw niet. Je zou kunnen zeggen dat alleen de plaatselijke crimineel er wel bij vaart.
De belangrijkste personages blijven in het verleden steken. Paul verkoopt oorlogstuig uit de Tweede Wereldoorlog, zijn vader, die hij verzorgt, heeft zich na het vertrek van zijn vrouw in huis teruggetrokken en zijn vriend Hedwiges runt een kruidenierszaak uit het jaar nul waar veel producten over de datum zijn. Net als zij zelf. Want wat dit boek aangrijpend maakt is hun eenzaamheid, waardoor het me sterk deed denken aan Gerbrand Bakkers Boven is het stil, waarin ook de relatie tussen vader en zoon een belangrijke rol speelt en de provincie hun eenzaamheid versterkt. Het zijn mannen die niets anders meer hebben. Al oudere mannen. Voor echte liefde is het te laat.
Het is het soort man dat momenteel in de media wordt verketterd: de middelbare witte man die hecht aan zijn tradities en gewoonten. Wieringa lijkt in deze roman begrip voor hen te vragen, omdat ze verre van xenofoob zijn, maar alleen kansen in het leven hebben gemist en vermorzeld zijn door de veranderende tijd. De heilige Rita is hun beschermheilige, ‘de patrones van de hopeloze gevallen’.
Het zijn de gewone personages die de roman bijzonder maken, door hun kleurrijkheid. Wieringa weet de juiste details te treffen, is lekker suggestief en schrijft alles mooi op; vooral de natuur wordt met originele pen beschreven.
De thematiek is weliswaar niet verrassend en je kunt de schrijver vanwege de nodige clichés (de hoeren, het pistool op het nachtkastje) betichten van effectbejag, maar om van zo weinig zo veel te maken is een knappe prestatie.