De titel van dit nieuwe boekenprogramma is mooi gekozen, want er zijn weinig boeken die zo tot de verbeelding spreken als Moby Dick, al hebben maar weinigen het gelezen. Maar bij die goede titel blijft het. En dat viel te verwachten, voor wie het format al had gezien. Het programma smaakt net zo min naar literatuur als een boterham naar vis waar even een haring langs is gestreken.
Naar een presentator hoefde jammer genoeg niet te worden gezocht. Matthijs van Nieuwkerk heeft het programma voor zichzelf verzonnen. Dat betekent dat we weer aan die aalgladde presentatie vastzitten. Dat snelle toontje blijkt hij niet meer te kunnen afwennen: opnieuw ligt het tempo hoog, hoewel iets minder dan op het racecircuit van DWDD. Bij iets bedachtzaams als boeken zou je juist wat rust wensen om de gedeelde inzichten en scherpe vragen zelf te kunnen afwegen.
Ook als gasten is gekozen voor vlotte sprekers: een presentatrice en een hoogleraar (Dieuwertje Blok en Ben Feringa). Ze praten dus heel onderhoudend en zijn natuurlijk beslist niet dom. Maar wat je vooraf al weet gebeurt: de boeken zijn alleen maar de opmaat voor uitweidingen over zichzelf en het eigen vakgebied, waarover met het meeste enthousiasme wordt gesproken. Interessant hoor, die nanotechnologie, maar dit hoort te gaan over boeken! Moby Dick blijkt niet meer dan de zoveelste talkshow met BN’ers, die nu eenmaal de meeste kijkers trekken.
Daarbij betreffen de gekozen boeken bijna uitsluitend non-fictie, waardoor het programma lekker aansluit bij de trend. Gelukkig geen moeilijke literatuur, die niet eens waar is gebeurd. Alleen Judith Herzberg komt even langs, hoewel de betekenis van het gedicht zeer aan de oppervlakte blijft. Van Nieuwkerk moet zelf ook nog zo nodig een gedicht voorlezen – waarvoor hij ongeveer de laatst aangewezen persoon is – waarop vervolgens helemaal niets volgt. Bêta Ben Feringa bevestigt nog met veel zwier een vooroordeel door met de Donald Duck te gaan zwaaien. Heerlijk vindt iedereen het. Als een Nobelprijswinnaar hier al voor mag uitkomen… Geen schande hoor, maar waar ging het programma ook alweer over?
Van Nieuwkerk probeert zijn gasten met zijn bekende gewiekstheid van alles boud in de mond te leggen, maar daar lenen ze zich gelukkig niet voor. Zijn vraagstelling komt vaak nogal krampachtig over. Zo belangrijk zijn die boeken nou ook weer niet. Ook bedient hij zich weer met veel gemak van het platte marketingproza dat je tegenwoordig vaak op boekomslagen aantreft (ook van serieuze literatuur!) en dat altijd gebezigd wordt door de boekverkopers van het DWDD-boekenpanel: een boek ‘dat een dreun uitdeelt’, ‘hartverscheurend’ is. En dat allemaal om de oppervlakkigheid te maskeren.
De afsluiter is van een dodelijke schoolsheid, die wel door een stagiair communicatie lijkt te zijn verzonnen. Welk boek van de ander neem je mee naar huis? En zonder te vragen waarom. Het is ook alleen maar beleefdheid. Lekker lezen! roept Van Nieuwkerk ons kleuters nog op professionele wijze toe, waardoor je je verbaasd herinnert dat het eigenlijk om dit lezen te doen was. Van hopelijk goede en interessante boeken.
Het enige inzicht dat de kijker aan dit programma overhoudt is dat boeken je kunnen inspireren. Ja, dat raad je de koekoek. Waarom een boekenprogramma maken als het niet over boeken mag gaan? Kon er van een speciaal subsidiepotje gebruik gemaakt worden? Moest er beantwoord worden aan in beleidsvisies strategisch geformuleerde doelen?
Volgens Peter Rosendaal van CPNB zijn boekenprogramma’s als ooit van Van Dis niet meer van deze tijd, wat een verbijsterende conclusie is voor wie zichzelf als lezer serieus neemt. Hopelijk zal snel blijken dat ook dit format niet werkt, en worden we weer snel verlost van de zoveelste popularisering van de cultuur.