Eigenlijk ben ik al veel langer op LinkedIn te vinden, het sociale medium waarvoor je je, vanwege het zakelijke karakter, ook als intellectueel wel kunt aanmelden. Vanaf 2011 om precies te zijn. Ooit bedoeld om klanten te trekken voor mijn tekstbureau waarvoor ik daarna geen tijd bleek te hebben.
Mijn account leidde vervolgens zeven jaar een zieltogend bestaan met 47 contacten, vooral vrienden en familie. Ver beneden de 500 contacten die je moet hebben om erbij te horen (zoals sommige van mijn vrienden die deze magische grens natuurlijk zelf wel bereikt hadden, mij fijntjes meedeelden). Het kon me niet schelen. Ik bezocht de site nooit. Waarom zou ik? Ik had gewoon een baan. En ook nog eens in het onderwijs: daar heb je geen contacten nodig (die heb je ook al genoeg).
Dat veranderde. Van de coach die mij bij het zoeken naar ander werk begeleidde, kreeg ik het devies LinkedIn te gebruiken. ‘Koud solliciteren’ (= d.m.v. een sollicitatiebrief, er gaat meteen een wereld aan nieuw idioom voor je open) had geen zin, er moest genetwerkt worden! Dus ging ik fanatiek aan de slag. Mijn profiel groeide van ‘zwak’ tot ‘zeer deskundig’. Bijna dagelijks deed ik contactverzoeken en legde ook enkele zogeheten ‘warme contacten’ (in netwerk- gesprekken), die de ingang konden zijn voor een nieuwe baan. In onze moderne, egalitaire samenleving spreken we (gelukkig) niet meer over kruiwagens.
De 500-grens haalde ik fluitend om resoluut door te stomen naar de 600, enzovoorts. In een jaar tijd legde ik meer dan 800 nieuwe contacten: uit de uitgeverswereld, de journalistiek, de literatuur, de muziek, de duurzame wereld. Allemaal ‘interessegebieden’. Het was ongelooflijk wie er allemaal met je wilde ‘linken’. Ik was vaak vereerd (ik noem geen namen).
In de tussentijd was ik, op advies van mijn coach, driftig bijdragen van anderen aan het ‘liken’ (delen met je eigen netwerk), van commentaar voorzien en ‘postte’ ik eigen bijdragen en korte teksten. Het viel me op hoe weinig die over het algemeen ‘geliket’ werden. Commentaar kreeg ik al helemaal niet. Lag dat aan mijn contacten? Keken al die aardige nieuwe contacten nooit op LinkedIn, net zo min als ik vroeger? Hadden ze wel wat beters te doen? Ik geloof het graag.
Intussen begon ik mij steeds meer te storen aan wat ik in mijn ‘feed’ – de eindeloze stoet feestelijke foto’s, filmpjes en andere wapenfeiten – voorbij zag trekken. Wat een magere reacties (‘Ga zo door!’ ‘Wil ik lezen!’, etc.) en – nog veel erger – wat een armoedig taalgebruik (‘Top! Superblij! Wow! Yes! Trots!). Ik had toch echt volwassen, intelligente mensen benaderd, hoewel gezegd moet worden dat er ook ‘gelikete’ contacten in de tweede lijn tussen zaten (het hyperzelfbewuste nichtje of buurmeisje dat net een diploma in de Toegepaste Bullshitkunde had gehaald). Opvallend was verder de valse bescheidenheid waaronder al die borstklopperij regelmatig schuilging (‘Binnenkort mag ik dit en dat programma presenteren’, zelfs: ‘Ik heb het volgende certificaat mogen halen’).
Het past naadloos in wat je allemaal hoort over ‘social media’. Alleen de ongein en de scheldpartijen ontbraken, want men is hier wel beschaafd. Goed, het heeft een enkele aardige mailwisseling opgeleverd, een paar informatieve gesprekken, maar vaak oogsten mijn berichten alleen een peilloos diep zwijgen. En dat is toch niet de bedoeling van een sociaal medium.
Het doet mij meer dan eens afvragen wat LinkedIn mij uiteindelijk gaat opleveren. Een post over mijn nieuwe roman is meer dan 250 keer gelezen. Maar slechts 3 keer geliket. Met 0 commentaar. Ik vrees dus vooral nieuwsgierigheid.
Mijn coach vertelt me dat het vooral een kwestie van de lange adem is.