Hoewel Nederlanders steeds hoger opgeleid zijn, worden ze ook steeds vaker behandeld als hulpeloos vee. Overal is tegenwoordig wel een app voor. Het succes van veel technologische innovaties is te verklaren uit het droeve feit dat menigeen zich als vee wil laten behandelen. Uit gemakzucht.
Maar er moet toch ook een behoorlijk aantal mensen zijn dat liever hun eigen verstand gebruikt. Vanuit een gevoel van eigenwaarde. Of omdat ze liever scherp willen blijven en zelf hun beslissingen wensen te nemen. Voor dit soort mensen is het heel bevreemdend te moeten lezen waar ze volgens anderen behoefte aan hebben.
Zo zegt ProRail-baas Pier Eringa dat de moderne reiziger gesteld is op comfort en gemak. Dan gaat het er ook nog om hoe deze termen ingevuld worden. In de ‘visie’ van ProRail betreft dit naast liften (prima), modernisering van sanitaire voorzieningen (schoon is meer dan genoeg) en meer fietsenrekken (uitstekend) uit een hoop technische snufjes. ‘Reizen is niet alleen maar van A naar B gaan. Stations worden verblijfplaatsen waar technologie een rol gaat spelen’, aldus de woordvoerder van ProRail. Een beleving dus.
Het gaat om de meest onzinnige technologische toepassingen: zo geeft een bord straks aan hoeveel plaatsen er nog vrij zijn in de trein, en toont een afteller op de seconde(!) wanneer een trein precies binnenkomt (je hoort mensen al aftellen en juichen). Verder word je door slimme camera’s natuurlijk op alle mogelijke manieren in de gaten gehouden. Er wordt gelet op onaangepast gedrag, maar ook op wat de looproute van mensen is en waar reizigers zich bevinden. In ons moderne streven naar efficiëntie gaan we tot het uiterste: alles moet gemechaniseerd en ontmenselijkt worden. Officieel voor het gemak en comfort, maar intussen om zo veel mogelijk kosten te besparen.
Maar eerst moet er in worden geïnvesteerd. Door wie? Door het Rijk, provincies, gemeenten en door de vervoerders zelf, zo blijkt. Door onszelf dus, die de belastingen ervoor betalen en duurdere treinkaartjes moeten kopen. Dus ook de mensen die zelf na kunnen denken en met flinke tegenslag kunnen omgaan (bijvoorbeeld dat de trein vol is, of een minuut later arriveert).
Je leest niets over het comfort dat je zelf zou wensen. Meer zitplaatsen (hef de eerste klasse op, waar geen hond zit) of meer stiltecoupés (zodat je niet de hele reis naar het oppervlakkige geleuter van je medereizigers hoeft te luisteren en rustig een boek kunt lezen of ontspannen voor je uit kunt mijmeren). Er kan zelfs bezuinigd worden op techniek. Denk aan die gekmakende intercom die bij elke halte, en dat is soms om de vijf minuten, op vaak oorverdovend volume opsomt op welke treinen je allemaal kunt overstappen en waar de trein verder nog naartoe gaat. Dat weet je onderhand wel, als je elke dag die trein neemt. Of je hebt dit allang op je smartphone gezien. Het station omroepen volstaat. Ja, zoals vroeger.
De plannen van ProRail bevatten dus een hoop onzin, die een hoop geld kost. Geld dat beter besteed kan worden aan bijvoorbeeld de noodlijdende jeugdzorg of aan de armlastige cultuursector. Te hopen valt dus dat de politiek zich niet laat verblinden door al deze ‘vooruitgang’ en niet klakkeloos de portemonnee zal trekken.