In een recensie van de opnieuw vertaalde roman Het meesterwerk van Emile Zola werd er opnieuw een verband gelegd tussen lezen en de conoracrisis. Ger Leppers besloot zijn bespreking in Zomertijd van Trouw van 18 juli jl. als volgt: ‘Alles welbeschouwd schreef Zola de ideale roman voor tijdens een coronacrisis.’ Een in meer dan één opzicht merkwaardige conclusie.
Allereerst schreef Zola Het meesterwerk halverwege de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Verder gaat de roman niet zoals ‘coronaboeken’ ‘De pest’ en ‘De stad der blinden’ over een besmettelijke ziekte, maar beschrijft zij het wel en wee binnen de Parijse kunstenaarsscene van die tijd. Goed, de hoofdpersoon raakt in een isolement, maar dit blijkt zelfgekozen. Blijkbaar vond Leppers de relatie ook niet zo sterk, omdat hij ‘alles welbeschouwd’ tot zijn conclusie kwam. Vreemd tot slot is dat hij spreekt van een coronacrisis, alsof we er al een paar hebben gehad. Of hij lijkt een voorschot te nemen op nog meer coronacrises, waar hij overigens wel eens gelijk in kan hebben.
De relatie die in de media gelegd werd tussen lezen en de coronacrisis was van meet af aan irritant. Alsof je pas gaat lezen als je echt helemaal niets anders meer te doen hebt. Uit verveling. Om al die lege uren te vullen. Dan kun je je nog het best in een dik boek verdiepen (zoals Het meesterwerk).
Sommige lezers grepen hun kans om via sociale media leestips te verspreiden. Je vroeg je af wie de doelgroep was. Mensen die al literatuur lazen? Die konden toch zelf wel hun boeken kiezen? Bovendien hadden ze de aangeprezen boeken waarschijnlijk allang gelezen. Of mensen die nooit lazen? Dan was ‘De pest’ of ‘De stad der blinden’ wat hoog gegrepen. En waar bemoeiden ze zich mee? Of waren het toch niet van die lezers en zaten ze uit verveling op sociale media?
Propagandamachine CPNB sprong gretig in op de coronacrisis met een speciale hashtag: #ikleesthuis, om het klootjesvolk te verheffen. Dit had nu eindelijk geen excuus meer om niet te lezen. Dat zouden ze wel moeten doen, want ‘lezen maakt je een leuker, slimmer en gezonder mens’, aldus directeur Eveline Aendekerk (De Telegraaf, 14 juli jl.). In plaats daarvan hing men waarschijnlijk gewoon voor de televisie, of was druk in de weer met klussen. Je bent namelijk een lezer of niet. Ook zit je als volwassene helemaal niet te wachten op dat schooljuffenproza.
Een lezer leest stug door, wat er ook in de maatschappij gebeurt. Eerder nog had hij last van de coronacrisis met al die thuisklussers en hun eindeloos op trampolines hossende en krijsende kroost. Nu iedereen weer de straat op mag, kan hij eindelijk weer rustig lezen, zoals altijd koersend op zijn eigen inspiratie. Laten die recensenten en andere propagandisten dus eindelijk eens ophouden met die onzin.