Er klonk veel verrassing over de keuze van de Tanzaniaan Abdulrazek Gurnah als winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur. Zelf was ik totaal niet verbaasd, hoewel ik nog nooit van Gurnah had gehoord. Dat kwam door de motivatie van de Zweedse Academie die Gurnah roemde om zijn “compromisloze en meelevende beschrijving van de gevolgen van kolonialisme en het lot van vluchtelingen in de kloof tussen culturen en continenten”. Deze schrijver paste met andere woorden helemaal in de trend van Black Lives Matter.
Volgens velen was Gurnah een terechte winnaar, hoewel ook zij waarschijnlijk niets van hem hadden gelezen. Van de in het Engels schrijvende auteur is namelijk nog maar één boek, Paradise uit 1994, in Nederlandse vertaling verschenen. Hun reactie was politiek correct. Nog maar weinig zwarte schrijvers hebben de Nobelprijs voor Literatuur gekregen en dat zou een racistische achtergrond hebben of geweten kunnen worden aan een ‘eurocentrische’ blik. Maar hoe goed is Gurnah eigenlijk?
Het viel me op dat er in de berichtgeving (die misschien eenzijdig en óók politiek correct was) nauwelijks een literair argument viel te bespeuren. Paradise was ooit genomineerd voor de Booker Prize, maar dat maakt je nog niet meteen Nobelprijs-waardig. Nederlandse uitgeverijen hebben aanvankelijk voor deze schrijver weinig interesse getoond. Dat laatste zal ongetwijfeld veranderen: Gurnah wordt (net als Amanda Gorman) een groot commercieel succes. En daar gaat het uitgevers vooral om. Scoren. En om het emanciperen van de lezer, zie al die woke boeken die er verschijnen en die me stuk voor stuk ongelooflijk vervelend lijken.
De Zweedse Academie heeft bekendgemaakt meer experts uit andere taalgebieden aan te trekken, om meer niet-Europeanen kans te geven op de prijs. Je merkt het vaak de laatste tijd: er moet iets worden rechtgetrokken. En wel zo snel mogelijk. Dat levert regelmatig geforceerde resultaten op, zoals je bij onze P.C. Hooft-prijs zag. Is Astrid Roemer nou echt een groot schrijver? Dat was mij in ieder geval niet bekend. En was Allard Schaffer niet te jong om de prijs te krijgen? Hij was er, als literatuurprofessor, zelf gegeneerd onder.
Het lijkt me lastig om als prijswinnaar tot een tot minderheid bestempelde groep te behoren. Je gaat je dan waarschijnlijk afvragen of je literaire capaciteiten worden beloond, of dat je voor een ideologisch karretje wordt gespannen en er sprake is van ordinaire positieve discriminatie. Als lezer denk ik dat laatste nu onwillekeurig meteen. Als politieke motieven een rol gaan spelen bij de toekenning van prijzen, bestaat de kans dat de kwaliteit van een schrijver verkeerd wordt ingeschat. Literaire prijzen dreigen hierdoor te devalueren.
Ik heb me nooit beziggehouden met geslacht, seksuele voorkeur, ras of nationaliteit van een schrijver. Alleen met de vraag of deze mij individueel aansprak. En vooral of hij of zij kon schrijven. Intussen heeft nog niet één Nederlander de Nobelprijs voor Literatuur gewonnen. Misschien dat de Zweedse Academie ook een (in alle opzichten onbevooroordeelde) Nederlandse expert kan inschakelen?