De geur van het paradijs

Over Paul Gauguins ‘Noa Noa’

De zintuiglijke, impressionistische film At eternity’s gate (2018) van Julian Schnabel over de laatste maanden van Vincent van Gogh bracht mij Gauguins Noa Noa in herinnering. Dit betreft diens verslag van zijn tweejarig verblijf op Tahiti, waar hij zijn eerste beroemde schilderijen maakte. De titel is Tahitiaans voor ‘heerlijke geur’, die het eiland met zijn onbedorven natuur en manier van leven bij de schilder opriep.
Na het zien van de mooie documentaireserie van Jeroen Krabbé had ik mij al voorgenomen het boek te lezen. Ik kocht een uitgave van Bijleveld uit 2017 bij een antiquariaat. Deze is gebaseerd op het originele manuscript en bevat de tien houtsneden die Gauguin ervoor maakte. De geschiedenis rond het manuscript, die evenzeer tot de verbeelding spreekt, wordt in de inleiding breed uiteengezet.

Promotie
Gauguin bedoelde de tekst als begeleiding en promotie van zijn Tahitiaanse schilderijen die vanaf 1893 in de Parijse Galerie Durand-Ruel tentoongesteld zouden worden. Anders zou het ‘geciviliseerde publiek’ zijn ‘ongeciviliseerde werk’ niet begrijpen, en zouden ze niet verkocht worden. De tekst was bij de opening van de tentoonstelling bij lange na niet gereed. Aan de tien houtsneden was Gauguin nog niet eens begonnen.
Gauguin had Tahiti vooraf sterk geïdealiseerd. Een heel wat minder romantische, praktische reden was dat hij hoopte er als berooid kunstenaar op een goedkope manier te kunnen leven. Van het idealistische beeld dat hij van de Franse kolonie had bleef in de hoofdstad Papeete niets heel: ‘Dit was Europa, het Europa waarvan ik had gedacht mij los te snijden! – En het was Europa nog verergerd door het koloniale snobisme en de na-aperij, bespottelijk tot in het karikaturale, van onze zeden en gewoonten, onze modes, onze ondeugden en onze beschaafde belachelijkheden.’ Na drie maanden trok hij daarom het binnenland in.
45 kilometer verderop vond hij in de jungle alsnog zijn paradijs.

Ongerept
Noa Noa is het verslag van zijn impressies van de ongerepte, kleurrijke natuur, die hij op zijn doeken vastlegde, en van de Tahitianen en hun leefwijze, die hij probeerde te imiteren. Dit lukte hem pas echt na zijn huwelijk met Tahaämana, een inheems meisje van dertien, ‘wat overeenkomt met achttien of twintig jaar in Europa’. De gemiddelde levensverwachting was 34 jaar, zodat vrouwen jong kinderen moesten baren. We lezen over hun ontmoeting, hun relatie en hoe zij hem inwijdde in de Tahitiaanse theologie en mythologie, die door Gauguin uitgebreid wordt beschreven. Uit de inleiding blijkt dat hij hiervoor veel uit een bestaand boek overschreef (Voyages aux îles du Grand Océan van Jacques-Antoine Moerenhout).
Gauguin beschrijft het leven van de Tahitianen vaak in contrast met dat van de Fransen, wat altijd in het voordeel van de eersten uitvalt. Zoals bij de vergelijking tussen de vrouw van een gendarme en zijn eigen Tahaämana: ‘frisse bloei en dorheid, geloof en conventie, natuur en gekunsteldheid.’ ‘Het deed me pijn de blanke mens zo klein te zien en zo onverdraagzaam, zo traag van begrip.’ De Fransen zagen de originele bevolking als wilden, maar hebben de Tahitianen juist bedorven: ‘Door het contact met ons, door onze scholen, zijn zij werkelijk ‘wilden’ geworden, in de zin van wat het Latijnse westen daaronder verstaat.’ Overigens beschrijft Gauguin ook de donkere kanten van de Tahitiaanse geschiedenis, zoals kannibalisme en het kindoffer.

‘Klassieke’ schoonheid
Het blijft Gauguin gaan om de pure, natuurlijke, wat hij noemt ‘klassieke’, schoonheid van het eiland. Hij sluit hiermee aan bij westerse fantasieën over onbewoonde eilanden en ongerepte wildernis die de literatuur al eeuwen bevolken, veroorzaakt door weerzin tegen de eigen conventionele, bedorven maatschappij.
Noa Noa leest soms als een jongensboek. Zoals het prachtige, en wrede verslag van een avontuurlijke vistocht op tonijn. Als lezer laat je je meevoeren door de zintuiglijke beschrijvingen en zwicht je algauw voor de verheerlijking van het ‘primitieve’ leven.
De werkelijkheid was echter harder. Gauguin verlaat het paradijs omdat ‘dringende familieverplichtingen’ hem naar Frankrijk terugriepen. Hij schreef niet over zijn grote geld- en gezondheidsproblemen. Hartverscheurend is hoe Gauguin de arme Tahaämana op de kade achterlaat. Toen Gauguin in 1895 op Tahiti terugkeerde bleek zij opnieuw getrouwd.
Gauguin overleed in 1903 op een ander Polynesisch eiland, Hiva Oa, gesloopt door syfilis.