Gedoodverfd

Literaire prijzen kennen vaak gedoodverfde winnaars. Je kunt dit maar beter niet zijn, want jury’s laten zich niets voorschrijven. Zo had Manon Uphoff volgens velen de Libris Literatuurprijs 2020 moeten winnen. Daar kan ik niets over zeggen, omdat ik dat boek niet heb gelezen. Van de genomineerden las ik alleen ‘Zwarte schuur’ van Oek de Jong. Een uitstekend boek overigens. De winnaar Sander Kollaard zei mij niets. Ik had eerlijk gezegd nog nooit van hem gehoord.

De titel ‘Uit het leven van een hond’ vond ik nogal pretentieus en bovendien weinig origineel (het riep associaties op met ‘De geschiedenis van een hond’ van John Fante of de televisieserie ‘Dagboek van een herdershond’). Het onderwerp sprak niet tot mijn verbeelding. Het leek me kortom een nogal nietszeggend boek. Ik stoorde me aan het aanstellerige en oppervlakkige juryproza (‘Een boek met een positief mensbeeld, dat ons schokken van herkenning heeft bezorgd, lessen in levenskunst en oprecht leesplezier.’)

Toch werd mijn interesse gewekt toen ik de prijsuitreiking in Nieuwsuur bekeek. Niet door het wat al te melige introductiefilmpje met die hond met dat verjaardagshoedje en het snoepen van diens brokjes. Te gewild Reve (ik moest denken aan diens ‘De baas eet af en toe een hapje mee’). Maar vanwege Kollaards reactie op de onverwachte prijs, waarin hij op me overkwam als een oorspronkelijke en geestige figuur. Ook het feit dat hij in Zweden woonde, nam mij voor hem in: niet iemand die bij het literaire wereldje wilde horen. Verder was ik benieuwd waarom juist ‘Uit het leven van een hond’ deze belangrijke literaire prijs had gewonnen en niet de romans van De Jong of Uphoff. Dus besloot ik er twintig euro tegenaan te gooien.

De marketingafdeling van uitgeverij Van Oorschot bleek zich uitgeleefd te hebben. De gewonnen prijs prijkte al hoog en breed op de voorkant. Om er geen misverstand over te laten bestaan was er ook nog een sticker (‘Winnaar 2020!) op geplakt. Half over de naam van de schrijver heen. Ik zou er niet blij mee zijn geweest. Het verleent zo’n boek meteen al iets gedateerds, terwijl je als schrijver voor de eeuwigheid schrijft.

Laat ik het maar meteen zeggen: het boek voldeed aan al mijn verwachtingen. Onconventioneel en druipend van de ironie. De schrijver die ik in Nieuwsuur had gezien. Er staan veel grappige zinnetjes in (‘een gesprek dat verliep als een terminale ziekte, ondraaglijk, en met een fatale afloop, namelijk Henks voornemen om nooit meer een woord met haar te wisselen’.) Maar helaas ook veel langdradige gedachtegangen. Wel weer aardig is dat je je als ‘man van boven de vijftig met goede smaak’ goed kunt verplaatsen in de ergernissen van de hoofdpersoon (die gok ik sterk op Sander Kollaard lijkt). Ik heb de George Baker Selection (de favoriet van Henks hond Schurk) ook altijd kutmuziek gevonden.

Maar lessen in levenskunst? Een boek ‘dat de lezer moed geeft’? Daarop zit ik trouwens sowieso niet te wachten. ‘Uit het leven van een hond’ ontroerde me nauwelijks. Het is een nogal oppervlakkig boek. Je hebt het in een paar uur uit en er blijft bijna niets van hangen. Behalve dat ik er een paar keer om heb moeten lachen. Maar of dat genoeg is voor de Libris Literatuurprijs? Ik wil nu de gedoodverfde winnaar van Manon Uphoff gaan lezen (hoewel het thema mij helemaal niet aanspreekt).