Lees de volledige column
Mijn boekentop-5 van 2019
- Pastorale – Stephan Enter
De thema’s – (jeugd)liefde, vriendschap en ontworsteling aan het gereformeerde geloof – zijn overbekend, maar worden op een originele, scherpzinnige en verfijnde manier beschreven. Enter neemt uitgebreid de tijd voor zijn verhaal en deinst niet terug voor (prachtige) natuurbeschrijvingen. Een roman die je optilt en bovendien veel aan de verbeelding overlaat. Alsof je een roman van Vestdijk leest. - Zwarte Schuur – Oek de Jong
Schijnbaar moeiteloos verteld in zijn bekende beeldende en sensitieve stijl. De beklemming die de hoofdpersoon bevangt is sterk invoelbaar. Met welgekozen details roept De Jong een enorme sfeer op. Met name de jeugdbeschrijvingen zijn weergaloos en herinneren aan het schitterende Pier en Oceaan. Verder schrijft niemand beter over erotische spanning. - Serotonine – Michel Houellebecq
Houellebecq blijft fascineren door de combinatie van hypersensitiviteit en politieke incorrectheid. En omdat hij schrijft over de problemen van deze tijd. Daarbij kiest hij voortdurend een andere invalshoek, in dit geval de problemen van de noodlijdende agrarische sector. Scherp, bij vlagen smakeloos en indrukwekkend. Ook heel geestig: ‘Nederland is geen land, hooguit een onderneming.’ - Antoinette – Robbert Welagen
Een mooie korte roman over verlies. Juist door zijn beheerste manier van schrijven maakt Welagen indruk. Bij hem vind je nooit clichés, zijn proza is altijd smaakvol. Het nostalgische decor van een oud thermaalbad in Boedapest versterkt nog de melancholie. Geweldige vondst. - Machines zoals ik – Ian McEwan
Wat als Alan Turing niet jong onder verdachte omstandigheden was gestorven? Dan waren technologische ontwikkelingen als de robot en de zelfrijdende auto al in de jaren ’80 bewaarheid geworden. Dit gegeven werkt McEwan op briljante wijze uit. Ten tijde van de Falklandoorlog (ditmaal gewonnen door Argentinië!) beleven de hoofdpersoon, diens robot en zijn buurvrouw een driehoeksverhouding, die allerlei prangende vragen rondom mens-zijn en vooruitgang oproept.
Boekenkast
Mijn boekenkast staat op instorten. Niet omdat ik hem te veel heb belast door er onverantwoord veel boeken in te stoppen. Ik ben nooit een stapelaar geweest. De boeken verdienen respect met een nette plaats in de kast. Hij is gewoon aan zijn levenseinde. Dat kondigt zich aan door een langzaam uiteenvallen: naden worden ruimer, planken hangen op twee millimeter metaal als aan een draadje. Van een afstand lijkt hij nog heel wat. Een ongenaakbare strakke muur. Maar het is een bom die op barsten staat.
Ik maak me grote zorgen en inspecteer dagelijks de vele zwakke plekken. Elke moment verwacht ik de klap. Voorafgegaan door een enorm gedruis, het roffelend geluid van neervallende boeken, het geluid van brekend glas. Ik verbeeld me hoe hij is gevallen: voorover op de glazen salontafel of zijdelings door de ruit van het voorraam. Banden onherstelbaar beschadigd, bladzijden ruw omgevouwen. Mijn kostbaarste bezit gebutst en vermorzeld.
Lees verder “Boekenkast”De Boek-Spotprijs
Wat gaat er door je heen – om deze platitude te gebruiken – als je een literaire prijs wint die de week erop wordt opgedoekt? Dat vroeg ik me af toen ik las dat de ‘BookSpot Literatuurprijs’ zal verdwijnen. Dat wil zeggen: vanaf volgend jaar heet hij (opnieuw) anders. Het is zo een spotprijs geworden.
Het zal de winnaars misschien niets kunnen schelen, je hebt immers 50.000 euro gewonnen, waarvan je als je zuinig bent twee jaar kunt leven. Tenzij je er een auto van koopt.
Maar het gaat bij zo’n prijs toch om de eer. Een literair schrijver wil in de eerste plaats een kunstwerk scheppen en geen bestseller, al hoopt hij of zij – en vooral de uitgeverij! – daar stiekem wel op.
Lees verder “De Boek-Spotprijs”Couperus’ taal weggepoetst
Er is een een hoop ophef ontstaan over de hertaling die neerlandica Michelle van Dijk maakte van Couperus’ Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan. In 2010 verscheen er al een hertaling van Max Havelaar door Gijsbert van Es. Uitgeverij Taal & Teken geeft middeleeuwse en renaissance-teksten in hertaling uit. Het is een trend. Voornaamste drijfveer is om jongeren aan het lezen van historische teksten te krijgen.
Het is opmerkelijk, omdat je in mijn middelbareschooltijd – eind jaren zeventig, begin jaren tachtig – dit soort initiatieven niet had. Toen kwam de stijl van Multatuli en Couperus ook archaïsch over. Maar die werd juist geroemd omdat deze schrijvers zich hierdoor onderscheidden. Het waren ieder op hun manier grote stilisten: Multatuli schreef ‘levend hollandsch’ en Couperus’ stijl was een typisch voorbeeld van l’art pour l’art. Multatuli had zijn hertaling misschien nog toegejuicht omdat bij hem de boodschap van de mishandelde Javaan (nu Filippijn of Koerd) voorop stond. Couperus zou gestorven zijn van ellende.
Lees verder “Couperus’ taal weggepoetst”Wolkers als wapen
Als een mythologische god verscheen schrijver Jan Wolkers in Nieuwsuur tussen reportages over de bouw en de debatdichtheid in de Tweede Kamer. Biograaf Onno Blom stelde in het kader van de actie Nederland Leest een bloemlezing samen met ‘zijn mooiste natuurstukken’ om het aan elektronica verslaafde volk aan het lezen te krijgen. Een betere tegenpool van de homo digitalis kun je niet verzinnen.
Het spreekt onverminderd tot de verbeelding Wolkers in zijn element te zien op het onbewoonde Rottemerplaat waar hij in the good old seventies een week doorbracht. Burgerman Bomans ging er kapot aan de herrie en de eenzaamheid. Wolkers drukte de woeste natuur aan de behaarde borst en redde en verzorgde dieren als een ruige heilzuster. Deze man hield niet alleen hartstochtelijk van de natuur, hij was de natuur.
Lees verder “Wolkers als wapen”Denkend aan Mulisch
Vandaag precies negen jaar geleden overleed Harry Mulisch. In de geest van Mulisch zou iedereen zich moeten kunnen herinneren wat hij die dag deed. Dat moeten dan wel literatuurliefhebbers zijn natuurlijk. Voor veel mensen was hij zo’n vaag bekende Nederlander. In ieder geval zal menigeen zich de regenboog herinneren die zich op de dag van zijn begrafenis boven de Amstel spande. Alsof het hogere, dat altijd welwillend op leven en werk van de Grote Schrijver had neergezien, zijn treurnis liet blijken. En de bedroefde lezers tegelijk troost bood met schoonheid.
Zelf kwam ik net terug van een weekend in Münster, uit het land dus waar Mulisch zo vaak over heeft geschreven. Maar dat is toeval natuurlijk en van geen enkel belang. Ik weet nog de weemoed die ik voelde. Een schrijver met wie ik opgroeide en wiens werk ik bewonderde. Als Mulisch sprak, ging je er altijd voor zitten. Daarom was hij zo’n veelgevraagde gast in talkshows. En vanwege zijn esprit natuurlijk, totaal niet te vergelijken met de platte lolbroekerij die je verder aan talkshowtafels hoort.
Lees verder “Denkend aan Mulisch”Het ongevraagde lawaai van anderen
De krant berichtte onlangs over de toenemende herrie in de horeca. De muziek staat er vaak zo hard dat je elkaar nauwelijks nog kunt verstaan. Hoe later de avond hoe harder je moet schreeuwen. Harde muziek gaat blijkbaar gelijk op met gezelligheid.
Het is natuurlijk van de zotte dat je niet meer rustig kunt eten. Onze eetcultuur stelt blijkbaar zo weinig voor dat mensen meer komen voor de entourage. En daar willen ze ook nog flink voor betalen.
Lees verder “Het ongevraagde lawaai van anderen”