Een klassieke verklanking van jazz

Over ‘The Contemporary Fortepiano’ van  het Rembrandt Frerichs Trio

In een tijd waarin menig vernieuwend jazzmusicus zijn heil zoekt bij moderne elektronica grijpt het Rembrandt Frerichs Trio op ‘The Contemporary Fortepiano’ terug op oude instrumenten. Voor Frerichs werd een fortepiano uit 1790 nagebouwd (het instrument waarop Mozart speelde), Tony Overwater verruilde zijn bas voor een violone (een zessnarige voorloper van de contrabas van rond 1560), en Vinsent Planjer creëerde zijn eigen ‘whisperkit’ met diverse percussie-instrumenten. Frerichs maakt, net als op zijn vorige album, ‘A Long Story Short’, ook gebruik van een harmonium (uit de negentiende eeuw). Op de hoes staan deze instrumenten uitdagend bij elkaar gegroepeerd.

Rembrandt Frerichs kennen we als een van onze avontuurlijkste jazzmusici, altijd op zoek naar nieuwe concepten om die tot zijn eigen stijl te verwerken. Eerder verbond hij de Amerikaanse aan de Europese traditie (op ‘Continental’ uit 2012) en op ‘A Long Story Short’ experimenteerde hij met Arabische maatsoorten. Deze invloeden zijn ook op ‘The Contemporary Fortepiano’ terug te vinden, maar dit keer schuilt het experiment in het gebruik van de muziekinstrumenten. Je vraagt je vooraf af wat deze aan de muziek toevoegen, en of ze niet aan het jazzgeluid afbreuk doen, want het instrument bepaalt natuurlijk voor een belangrijk gedeelte de sfeer van de muziek. Aan de andere kant is het maar wat je gewend bent. Frerichs’ trio dwingt je met dit album je voor een geheel nieuwe klank open te stellen.

Dat levert een fantastische luisterervaring op. Lees verder “Een klassieke verklanking van jazz”

GoGo Penguin klinkt nog compacter

Over ‘A Humdrum Star’ van GoGo Penguin 

Het valt niet mee tussen de hausse aan pianotrio’s op te vallen, ook als je gebruik maakt van elektronica. Klonk GoGo Penguin op zijn debuutalbum ‘Fanfares’ nog weinig uitgesproken, sinds opvolger ‘V2.O’ beschikt de band over een uit duizenden herkenbaar geluid. Dat was voor een belangrijk deel te danken aan de komst van bassist Nick Blacka, die een stevige basis onder de nummers legde. Zijn basspel bleek met de snelle drumpartijen van Rob Turner en de ijle, klassieke pianoklanken van Chris Illingworth een gouden combinatie te vormen: ‘V2.O’ viel in alle opzichten in de prijzen en GoGo Penguin mocht gaan opnemen voor Blue Note.

Na ‘Man Made Object’ uit 2016 is er nu alweer een vierde album van de groep uit Manchester, ‘A Humdrum Star’, waarop hun kenmerkende geluid zich nog verder ontwikkeld heeft. Lees verder “GoGo Penguin klinkt nog compacter”

De lange weg naar berusting

Over ‘Binnenplaats’ van Joost Baars                                   

Dat een debutant meteen de VSB Poëzieprijs wint, stemt nieuwsgierig. ‘Binnenplaats’ van Joost Baars blijkt een ambitieuze bundel waarin je flink je tanden moet zetten.

De bundel lijkt op het eerste oog nogal onsamenhangend met eerst een aantal gedichten over een ‘Jij’, met hoofdletter geschreven, daarna een afdeling gedichten met titels als ‘Karl Marx’ en ‘Hannah Arendt’, dan plotseling vertalingen van negentiende-eeuwse sonnetten en vervolgens een reeks vogelgedichten. Na herlezing blijkt hier wel degelijk een rode draad in te zitten.

‘Binnenplaats’ opent met een apart staand gedicht waarin minutieus wordt beschreven hoe de vrouw van de ‘ik’ plotseling ter aarde stort en met een ambulance wordt weggevoerd. In de afdeling die daarop volgt, blijkt zij te zijn overleden: het licht van zijn bureaulamp is een ‘zinsbegoocheling’, ‘nu even zeker als het leven van mijn vrouw’. In maar liefst zestien titelloze gedichten vol gemis, verlangen en vertwijfeling wordt de ‘Jij’ of ‘Jou’ aangesproken, in een poging over de dood heen contact met haar te krijgen. Zij kan echter alleen nog maar bestaan in de taal, die opwelt ‘uit een plek in mij die niet klinkt/waar de taal waarmee ik dit zeg/niet bestaat, totdat Jij het zegt’, waarbij zij zich ‘in elk gesprek aan alle taalweerslag onttrekt’.

Door het willen terugroepen van de gestorven geliefde in poëzie, doen deze gedichten erg denken aan ‘Doodsbloei’ van Pieter Boskma, waarin deze de rouw over zijn gestorven vrouw verwerkt. Lees verder “De lange weg naar berusting”

Voorjaarskolder

Het had kouder moeten zijn
maar de vlieg vergist zich niet
al zit hij gevangen op zolder

in een vroeg vallend donker
en vliegt hij naar de zon
die hij in het spotlicht ziet

waarmee de vergissing begon
en dat zijn tragiek belicht:
zijn vroege voorjaarskolder.

Survival of the fittest

Aan een tuin moet je zo min mogelijk doen. Als hij vol staat met planten en struiken tenminste. Het geestdodende lapje gras dat wij ooit achter ons huis aantroffen, is veranderd in een kleine oase voor insecten, vogels en amfibieën, die lustig tussen de afgevallen bladeren en de wildgroei scharrelen.

Ook aan een geplaveide tuin hoef je niets te doen, maar dan valt er helemaal niets te beleven. Bovendien is er voor dieren niets te eten. Maar dat zal de meer praktisch ingestelde mens waarschijnlijk weinig kunnen schelen.

Om de natuur te plezieren en op haar beloop te laten, zou er eigenlijk massaal moeten worden overgegaan tot ‘steenbreek’: het vervangen van dode tegels voor levende natuur. Maar zie je daar maar eens mee te bemoeien.

Door al die tegelzeeën is mijn piepkleine tuin immens populair bij vogels, die overal voedsel tussen en onder vandaan halen. Eerlijkheidshalve moet ik eraan toevoegen dat, nu het wat kouder is, er ook vetbolletjes en netjes met pinda’s hangen. Misschien is dat eigenlijk nog niet nodig. Lees verder “Survival of the fittest”

Hopeloze gevallen uit de provincie

Over ‘De heilige Rita’ van Tommy Wieringa

Joe Speedboot was het ultieme jongensboek en is niet voor niets een hit op leeslijsten van middelbare scholieren. En ook meisjes kunnen het boek wel waarderen, omdat het toch om leeftijdsgenoten gaat en er een hoop opwindende dingen in gebeuren.

Tommy Wieringa’s laatste boek De heilige Rita zou je opnieuw een jongensboek kunnen noemen, zij het dan voor oudere mannen. De jongens gaan op avontuur en de meisjes hebben een dubieuze reputatie, hoewel zich aan het eind van het boek een serieuze partner voor hoofdpersoon Paul Krüzen aandient, maar dan gaat het eigenlijk al niet meer goed met hem.

Na boeken die zich in Engeland en Egypte afspeelden (Caesarion) en in de voormalige Sovjet-Unie (Dit zijn de namen), heeft de handeling weer plaats in de provincie in opnieuw een fictief plaatsje, net als in Dit zijn de namen een grensstadje. Dat laatste levert immers interessante romanstof op vanwege de tegenstellingen die voor het oprapen liggen. Lees verder “Hopeloze gevallen uit de provincie”

Geen groen asfalt

Natuurmonumenten organiseerde op 25 november in Eemnes een conferentie over het landschap en de natuur van Eemland ‘om de regie bij de omgeving te leggen’ en ‘om een beweging op gang te brengen’. Het initiatief past in de trend om verantwoordelijkheden bij de burger neer te leggen, die de problemen echter vaak niet kan oplossen. Maar het is goed dat er een vorm van inspraak is, mits er geluisterd wordt natuurlijk. Het is vervolgens aan de instanties om – met de verkregen informatie en kritiek in het achterhoofd – de problemen op te lossen. Zij hebben de werkelijke invloed. Natuurmonumenten is voor de Eempolder heel belangrijk: de vereniging bezit langs de Eem verschillende gebieden. Andere belangrijke partijen zijn de overheden en de boeren.

De zorgen over de Eempolder bleken op de goed bezochte conferentie groot en ruim gedeeld: iedereen maakte zich druk over het ‘groene asfalt’, waarop geen bloem meer te zien valt, en over de lage waterstanden waardoor weidevogels er niet meer nestelen. Maar ook over de oprukkende gemeenten, vooral Amersfoort, die grond opkopen om er woningbouw te realiseren. Het dorpje Hoogland is tot verdriet van velen helemaal door de stad opgeslokt.

Andere waarden zijn stilte en ruimte, want waar vind je die tegenwoordig nog? De behoefte aan recreatie moet samengaan met rust. Naar mijn smaak hamert Natuurmonumenten te veel op recreatie, die ook weer onrust en vervuiling met zich meebrengt. Lees verder “Geen groen asfalt”

Spotvogel

Volgens Natuurmonumenten
doet hij ons land weleens aan

hij zit bij Koos Dijksterhuis,
Hans Dorrestijn, bij Nico de Haan

maar mijn tuin zal die
wel weer overslaan.

Meer vliegangst!

Het nieuwe kabinet is naar eigen verkondiging het groenste ooit. Gezien de magere inspanningen die door vorige kabinetten zijn geleverd, is dat al gauw het geval. Bovendien moet Rutte III die pretentie natuurlijk nog gaan waarmaken. Dat er over rechts geformeerd werd, stemt weinig hoopvol. Je ziet het al aan de ministersposten: twee ministers voor veiligheid en geen voor milieu. Bij de presentatie van de plannen ging het als vanouds over ‘de portemonnee’ – je hoort het ze al zeggen aan de borreltafel – in plaats van over grootse visies op milieubeheer of de verdeling van inkomen en zorg, waar de opiniepagina’s vol van staan.

Burgers, die graag naar de overheid wijzen, kunnen natuurlijk ook zelf veel doen, of liever gezegd laten, om het milieu te ontzien. Bijvoorbeeld door duurzaam proberen te leven en minder te consumeren. Men consumeert er echter onverminderd lustig op los. De televisie staat bol van de reis- en kookprogramma’s. Over ‘consuminderen’ hoor je bijna niemand.

Het nieuwe ‘groene’ kabinet geeft zelfs een omgekeerde boodschap af: we moeten juist méér besteden (behalve dan aan eerste levensbehoeften zoals groente en fruit, wat juist weer goed zou zijn, of, om maar eens een dwarsstraat te noemen, aan cultuur, wat voor ondergetekende trouwens ook een eerste levensbehoefte is). Door de koppeling van Economische Zaken en Klimaat zal het klimaatbeleid van dit ouderwetse VVD/CDA-kabinet (met wat nieuwe accentjes) vrees ik vooral neerkomen op duurzaam ondernemen. Er moet immers geld verdiend worden, zodat we het in de woorden van de grote ziener Rutte ‘straks weer allemaal een beetje beter hebben’. Lees verder “Meer vliegangst!”

Narcissus

Zijn nagels krassen
takken op het raam
leg een mus maar
uit wat glas is

hardleers vliegt hij aan
zoekt zijn houvast:
de plint waarop hij zit
het harde oppervlak

waarachter de mus
verrukt met zijn vleugels
klapt, als een kleine,
grijze Narcissus.

(inzending Turing Gedichtenwedstrijd 2017)