Criticus, docent en dichter Alfred Schaffer moest nooit iets hebben van persoonlijke ontboezemingen in de poëzie, van sentimentaliteit. Hij huivert van de eigenliefde van de lyrische dichter die het schone bezingt en het sublieme nastreeft. Zijn voorkeur ging uit naar hermetische poëzie waarin het gaat om ‘het abstracte, het ontwijkende, het koele’, waarmee je als lezer alle kanten uit kan. Het uiten van emoties, het vertellen van een persoonlijke anekdote of het verkondigen van een boodschap was meer iets voor amateur-dichters.
In zijn Hans Groenewegen-lezing Op de rug gezien (in 2019 uitgegeven door PoëzieCentrum vzw), beschrijft Schaffer dat hij hier anders over is gaan denken. Hij kan zich zelfs het precieze moment herinneren waarop die verandering inzette. Het was in 2004, tijdens een festival in het Zuid-Afrikaanse Delft, waar ook amateur-dichters optraden. Hij werd geraakt door een gedicht van een vrouw (die hij enkel op de rug zag) over haar verkrachte dochter. Door een persoonlijk gedicht dus, dat makkelijk was na te vertellen – een andere typische eigenschap van amateurpoëzie. Schaffer concludeerde achteraf dat zijn ontroering veroorzaakt werd door haar geloof in de dichtvorm om haar verschrikkelijke verhaal over te brengen.
Lees verder “Poëzie als engagement”