Een schrijver heeft het voor een groot gedeelte over zichzelf. Dat kan zelfs niet anders. Een schrijver kan zich nooit losmaken van zichzelf, hij komt vanzelf op zijn pagina’s terecht. Bij een groot schrijver is er sprake van een eigen stem, die voortkomt uit diezelfde persoonlijkheid. De vraag of deze stem je aanstaat (omdat die weer aansluit bij jouw eigen persoonlijkheid) bepaalt of je een auteur al dan niet in de armen sluit. Een geliefde schrijver is inderdaad een vriend.
Natuurlijk heeft de schrijver er een heleboel bij verzonnen: hij (of zij) fabuleert. Dat is de reden waarom je hem nooit moet vereenzelvigen met de hoofdpersoon – iets wat je op elke letterenopleiding leert. Dat fabuleren onderscheidt hem als schrijver. Een echte schrijver beschikt over een enorme verbeeldingskracht en incorporeert zichzelf in iets groters. Neem de Amerikaan John Fante.
Lees verder “Het ego van de schrijver”