Op Prinsjesdag wordt dikwijls geturfd hoe vaak een bepaald woord in de Troonrede viel. Zo was het woord ‘toekomst’ maar liefst elf keer te horen. ‘Brexit’ maar één keer. Het woord dat mij op deze dag altijd het meest opvalt, is ‘portemonnee’. Prachtig overigens dat dit ouderwetse accessoire als zinnebeeld blijft voortbestaan.
Het gaat de derde dinsdag van september, behalve over stomvervelende tradities en aapjes kijken, natuurlijk over de begroting, over geld. Aan de andere kant krijg je ook een heel blabla-verhaal over ‘de visie’ van het kabinet op de samenleving. Elke keer hetzelfde deuntje en van een stuitend lagereschoolniveau. Alsof de Troonrede uitsluitend gericht is aan domoren. Het gaat dan vooral over wat ‘ons’ allemaal verbindt. Dat er zoveel vrijwilligers zijn. Die kosten in ieder geval geen geld. Wat mensen vooral gemeen hebben, is dat ze in de eerste plaats bezig zijn met hun portemonnee. Vandaar dat dit woord zo vaak valt.
Lees verder “De portemonnee”