Vanuit noordelijk perspectief
is alles randstedelijk relatief:
het land vertrouwd, maar dan rondom
in eindeloze vermenigvuldiging
zonder windturbines, zonneweiden
en stil oprukkende huizenrijen;
waar alles om land draait, de kerk
die op een wierd uitwaait
land om over uit te kijken,
om in te ademen, waarin de blik
geen weerstand vindt, in een
een steeds wijkende horizon verzinkt
waar geen dreiging meer is
nu de grond niet meer trilt
huizen van de schrik bekomen
alleen een snijdende wind
waar mensen je tolereren
maar liever zien gaan dan komen
want alleen dan blijft
dit stilleven eindeloos.